Het effect van semi-residentiële hulpverlening
Summary
Samenvatting:
Voor een patiënt is het belangrijk te weten of hulpverlening positieve verandering teweegbrengt bij zijn eigen hulpverleningsproces. Deze patiënt heeft niets aan een groepsvergelijking of een groepsgemiddelde als de hulpvraag en de hulpverleningsmethode te verschillend zijn. Het voorliggende onderzoek richt zich op het individuele behandelproces van een 10-jarige jongen met kenmerken van ADHD en ODD, die behandeling ontvangt binnen een dagbehandeling. Zijn ontwikkelingsproces wordt onderzocht door middel van een N=1 studie, waarbij zijn probleemgedragingen gedurende twintig weken gevolgd worden door zijn ouders, zijn leerkracht en door de pedagogisch medewerkers van de behandelgroep. Uit het onderzoek is gebleken dat de probleemgedragingen gedurende twintig weken afnemen in zowel de thuissituatie, op school als op de behandelgroep. Op de behandelgroep is deze afname - van de meeste probleemgedragingen - het minst sterk. De strakke structuur, duidelijke regels en kleine groep kinderen zijn hier logische verklaringen voor. Daarnaast was duidelijk te zien dat afname van het ene probleemgedrag samenhangt met afname bij ander probleemgedrag. Er mag gesteld worden dat het onderzoeksdesign van de N=1 studie aan te raden is voor vervolgstudies. Wanneer meerdere N=1 studies uitgevoerd worden rondom dezelfde hulpvraag en hulpverleningsmethode, kunnen er in de toekomst van te voren uitspraken gedaan worden over het waarschijnlijke effect van de hulpverlening.