Het verband tussen middelenmisbruik, psychopathie en recidive bij zedendelinquenten in Nederland
Summary
In dit retrospectieve onderzoek werden de dossiergegevens van 157 zedendelinquenten geanalyseerd die tussen 1993 en 1998 zijn uitgestroomd uit het gevangeniswezen of een tbs-kliniek. Onderzocht is de relatie tussen middelenmisbruik en het soort seksuele delict waarvoor de zedendelinquent is veroordeeld. Daarnaast is gekeken naar de gevolgen van middelenmisbruik op recidive. In het onderzoek is gecontroleerd voor psychopathie (gemeten door de PCL:SV), aangezien er een sterke samenhang is tussen psychopathie, middelenmisbruik en seksuele recidive. Uit de resultaten blijkt dat zedendelinquenten die middelen misbruiken gemiddeld een hogere psychopathiescore hebben dan zedendelinquenten die geen middelen misbruiken. Met betrekking tot algemene recidive recidiveren zedendelinquenten (met een laag tot matige psychopathiescore) die middelen misbruiken, significant vaker dan zedendelinquenten die geen middelen misbruiken. Voor zedendelinquenten met een hoge psychopathiescore is het, vanwege een te kleine steekproef, niet mogelijk om betrouwbare uitspraken te doen. Tot slot zijn er, naast middelenmisbruik en psychopathie, andere risicofactoren nodig om seksuele recidive te kunnen voorspellen.