View Item 
        •   Utrecht University Student Theses Repository Home
        • UU Theses Repository
        • Theses
        • View Item
        •   Utrecht University Student Theses Repository Home
        • UU Theses Repository
        • Theses
        • View Item
        JavaScript is disabled for your browser. Some features of this site may not work without it.

        Browse

        All of UU Student Theses RepositoryBy Issue DateAuthorsTitlesSubjectsThis CollectionBy Issue DateAuthorsTitlesSubjects

        "Ik heb niet met je geknikkerd!" Een onderzoek naar de taalattitude van Surinaamse volwassenen ten opzichte van (niet-)Surinaamse jongeren die gebruik maken van de jongerenvariëteit die in de straten van Rotterdam gesproken wordt.

        Thumbnail
        View/Open
        scriptie.doc (2.243Mb)
        Publication date
        2008
        Author
        Ethard, Fariel
        Metadata
        Show full item record
        Summary
        In Nederland kennen wij zeer veel talen en variëteiten. Zo wordt er onder andere veel Marokkaans, veel Turks en veel Surinaams gesproken. Naast deze talen kennen we ook de variëteiten Rotterdams, Limburgs, maar ook bijvoorbeeld straattaal. Deze taal wordt gesproken door jongeren met verschillende achtergronden. Straattaal is een mengtaal met Nederlands als basis (Appel, 1999). Daarnaast wordt er in straattaal ook veel gebruik gemaakt van Surinaams (Sranantongo) en Engels. Straattaal wordt over het algemeen in informele situaties gesproken door vaker door jongens. De sprekers gebruiken deze taal omdat zij het stoer en grappig vinden (Zijlmans, 2004). Daarnaast kun je door het gebruik van straattaal anderen buitensluiten. Straattaal hoort dus ook bij een bepaalde groepsidentiteit. Taal en identiteit hangen namelijk nauw samen. Bij deze identiteit hoort ook een bepaald soort (groeps)gedrag. ‘Outsiders’ worden ook geconfronteerd met dit gedrag en het taalgebruik. Dit leidt bij deze ‘outsiders’ tot een bepaalde attitude. Een attitude is “de neiging om consistent in gunstige en ongunstige zin te reageren op een object, persoon, instantie of gebeurtenis” (Van der Pligt & De Vries, 1995:13). Een attitude hoeft niet per sé te leiden tot gedrag. Naast dit type attitude bestaan er ook taalattitudes. Wanneer er over taal een attitude wordt gevormd spreken we van taalattitudes. Ook taalattitudes leiden niet per definitie tot gedrag. Daarnaast zijn zowel attitudes als taalattitudes niet direct waarneembaar. In dit verslag gaat het om de taalattitudes van 10 Surinaamse vrouwen ten opzichte van het gebruik van straattaal door Surinaamse en niet-Surinaamse jongeren in Rotterdam. Deze taalattitudes zijn in april 2008 gemeten. Om achter deze taalattitudes te komen is er gebruik gemaakt van een vragenlijst en heeft er een interview plaatsgevonden. De vragenlijst bestond uit een tekstfragment, gevolgd door stellingen die beantwoord moesten worden met de Likert-schaal. Hierbij moesten de respondenten op een 5-puntsschaal aangeven in hoeverre zij het eens waren met de stelling. Van alle stellingen worden vervolgens de scores opgeteld, waarna de totaalscore de attitude aangeeft. Naast de Likert-schaal is er gebruik gemaakt van de semantische differentiaal van Osgood, Suci en Tannenbaum (1957). De semantische differentiaal bestaat uit een groep bipolaire schalen. Aan elk uiteinde staat een bijvoeglijk naamwoord vermeld. In tegenstelling tot Likerts methode wordt hier een 7-puntsschaal gebruikt. De 7 'vakjes' worden genummerd van -3 naar +3. De antwoorden die de respondenten geven kunnen daardoor opgeteld worden. Deze score bepaalt dan de attitude ten opzichte van de uitspraak. Het interview heeft met dezelfde respondenten plaatsgevonden en duurde ongeveer een half uur. Het interview bestond uit open vragen, gebaseerd op onderwerpen uit de vragenlijst. Uit de interviews en vragenlijsten is naar voren gekomen dat de respondenten niet zoveel problemen hebben met het voorkomen van straattaal. Aan de taal zelf kennen zij over het algemeen negatieve eigenschappen toe. Ook hebben de respondenten problemen met het gebruik van woorden uit het Sranantongo in straattaal, door niet-Surinaamse jongeren. Dit omdat Sranantongo niet hun taal is. Over de sprekers zelf laten de respondenten zich niet echt uit. Waar zij wel over eens zijn is dat de sprekers van straattaal jong zijn. Ook denken zij allemaal dat niet alleen allochtonen straattaal gebruiken. De respondenten vinden het niet prettig als een jongere, Surinaams of niet, straattaal tegen hen spreekt. Bij de niet-Surinaamse jongeren staan zij daar nog net iets negatiever tegenover. Toch willen maar weinig van hen hun manier van reageren naar zowel Surinaamse als niet-Surinaamse jongeren veranderen.
        URI
        https://studenttheses.uu.nl/handle/20.500.12932/1711
        Collections
        • Theses
        Utrecht university logo