‘Er was een jongeman uit Bethlehem Juda…’
Summary
Een literaire analyse van de berichtgeving over de Leviet in Rechters 17 en 18 levert het beeld op van de Leviet als een jongeman die vreemdeling was, op zwerftocht ging en via een locaal heiligdom eindigde als stampriester in één van de belangrijkste heiligdommen van Israël. Zijn persoon wordt verbonden met tradities over David en met de naam Mozes. Een vergelijking van het beeld van de Leviet uit Rechters 17 en 18 met de beelden die door Gunneweg en Ahlström worden geschetst van de Levieten in het algemeen, levert als conclusie op dat het beeld, dat uit mijn literaire analyse naar voren komt, meer aansluit bij de visie van Gunneweg dan bij de visie van Ahlström. Binnen zowel de visie van Gunneweg als Ahlström is het beeld van de Leviet in Rechters 17 en 18 denkbaar, maar in geen van beide visies is dit beeld paradigmatisch voor het Levietenschap in de gehele Hebreeuwse Bijbel.
Aangezien de visie van Gunneweg breder en dynamischer is dan de visie ven Ahlström, biedt de visie van Gunneweg meer ruimte voor de diversiteit waarin het fenomeen Leviet zich in de Hebreeuwse Bijbel presenteert. De visie van Ahlström is te beperkt om recht te kunnen doen aan deze diversiteit.
De waardevolle punten uit de visie van Ahlström dienen verder te worden ontwikkeld om van waarde te kunnen zijn voor de beeldvorming van priesters en Levieten in het oude Israël.
Een herijking van de visie van Gunneweg is evenzeer nodig, zeker nu de communis opinio van de oudtestamentische wetenschap de Amfyctionie-theorie van Noth niet meer onderschrijft. Daarnaast bevat de visie van Gunneweg een aantal lacunes en blinde vlekken, onder meer op het onderwerp van de Levietensteden. In analogie met de recente studie van Joachim Schaper zou een nieuwe studie over Levieten en priesters, met name gericht op de berichtgeving in het Deuteronomistisch geschiedwerk, meer dan welkom zijn.
De narratieve methode levert een prima instrumentarium om een tekst te analyseren op haar verhalende elementen. Voor de boordeling van motieven, boodschap en plot is vooral een analyse van focalisatiestandpunten van groot belang. Wie recht wil doen aan de boodschap van een tekst (en deze boodschap is niet altijd gelijk aan de boodschap van de schrijver), doet er goed aan zijn of haar eigen morele oordelen op te schorten en deze zeker niet in de tekst te projecteren.
Tenslotte: naast alle werken die het nut en het belang van literaire analyse aantonen en handvatten bieden voor de toepassing hiervan, lijkt mij dat er evenzeer behoefte is aan literatuur die op de valkuil van het overwaarderen van de narratieve methode wijst en handvatten aanreikt voor het herkennen hiervan. Op deze manier kan de wetenschap veel speculatieve exegese worden bespaard, die onder de vlag van literaire analyse als wetenschappelijke exegese worden aangeboden.
De resultaten van de analyse in deze scriptie leveren geen conclusies op die leiden tot een duidelijke afwijzing of bevestiging van hetzij de visie van Gunneweg, hetzij de visie van Ahlström. Dit komt onder andere doordat het beeld van de Leviet in Rechters 17 en 18 verenigbaar is met de kernpunten van zowel de visie van Gunneweg (Levieten zijn vanuit een eigen rol dienstbaar aan JHWH), als met de visie van Ahlström (Levieten worden benoemd door de vorst tot cultuspersoneel). Deze scriptie heeft mij wel meer duidelijkheid gegeven over de visies van Gunneweg en Ahlström.
Mijn uiteindelijke conclusie luidt dat het beeld dat Ahlström schetst van de Levieten te statisch is, met weinig oog voor diversiteit, complexiteit en ontwikkelingen. Het beeld dat Gunneweg van de Levieten schetst, is daarentegen dynamisch en breed, met ruimte voor ontwikkeling en diversiteit van het Levietenschap en doet daardoor, meer dan het beeld dat Ahlström schetst, recht aan de complexiteit van het verschijnsel Leviet in het oude Israël.