View Item 
        •   Utrecht University Student Theses Repository Home
        • UU Theses Repository
        • Theses
        • View Item
        •   Utrecht University Student Theses Repository Home
        • UU Theses Repository
        • Theses
        • View Item
        JavaScript is disabled for your browser. Some features of this site may not work without it.

        Browse

        All of UU Student Theses RepositoryBy Issue DateAuthorsTitlesSubjectsThis CollectionBy Issue DateAuthorsTitlesSubjects

        Vrij en afhankelijk; Over de betekenis en plaats van de wil binnen het denken van Petrus Martyr Vermigli (1499-1562), in het bijzonder naar aanleiding van zijn De Libero Arbitrio.

        Thumbnail
        View/Open
        Vermigli, De Libero Arbitrio.pdf (11.37Mb)
        Publication date
        2008
        Author
        Bouman, B.D.
        Metadata
        Show full item record
        Summary
        In deze scriptie wordt nagegaan hoe Petrus Martyr Vermigli (1499-1562) de functie van de wil omschrijft in zijn De Libero Arbitrio en welke plaats deze theorie in zijn denken inneemt. Hierbij wordt ingegaan op de levensgeschiedenis van Vermigli en wordt duidelijk dat dit denken gevormd wordt vanuit een aristotelisch-thomistische achtergrond. Het wordt duidelijk dat Vermigli zijn leven lang over de plaats en functie van de wil heeft nagedacht. De bespreking en doordenking van de wil plaatst hij binnen de soteriologie en opvattingen rondom de predestinatie en voorzienigheid. Het blijkt zelfs dat hij in het geschrift An Deus Sit Author Peccati dieper op de plaats van de wil ingaat, dan in zijn De Libero Arbitrio. Voor een goed verstaan van de wil bij Vermigli moeten de andere werken, waarin hij over de wil spreekt worden betrokken. Daarnaast blijkt dat Vermigli zich in zijn De Libero Arbitrio in het bijzonder richt tegen de opvattingen van Theodorus Bibliander, Albertus Phigius en Kaspar von Schwenckfeld, maar ook tegen de pelagianen als stroming in het algemeen. Hij keert zich scherp tegen het vroeg-moderne begrip van de relatieve autonomie, en verdedigt de christelijke vrijheid, (libertas christiana). Kenmerkend hiervoor is, dat de wil zodanig vrij is dat hij niet-noodzakelijkerwijs wil, maar ook dat de menselijke wil, in het bijzonder in de statu corruptionis, volstrekt is aangewezen op de genade van God om ook maar iets goeds voort te brengen. Vermigli werkt vanuit het zogenaamde statenmodel, waarbij hij een onderscheid maakt tussen de mens (i) voor de zondeval, (ii) na de zondeval en voor de wedergeboorte, (iii) in de wedergeboorte, (iv) na de wedergeboorte en (v) in het koninkrijk der hemelen. Binnen de onderscheiden staten spreekt hij verschillend over de plaats van de wil. In alle staten is de wil vrij in zichzelf, maar volledig afhankelijk van God. Vermigli maakt hierin een onderscheid tussen een lagere orde, die betrekking heeft op de aardse aspecten en een hogere orde, die betrekking heeft op de geestelijke aspecten. Met betrekking tot de lagere orde, kan de mens beperkt zelf dingen kiezen. Voor wat betreft de hogere orde geldt dit echter niet. Door de zondeval van Adam heeft de mens zich vrijwillig in de staat van het noodzakelijk zondigen geworpen, zodat hij zich gewillig en vrijwillig heeft af willen sluiten voor de geestelijke zaken. Alleen door Gods genade kan de mens opnieuw in vrijheid worden gesteld. De belangrijkste aspecten met betrekking tot de wil worden gevonden in de absolute vrijheid en wil van God en de in zichzelf vrije wil van de mens. Deze vrijheid betekent echter niet dat de mens autonoom is. Door de zondeval kiest de mens gewillig voor het kwade. Het is door Gods verkiezende genade dat de wil van een zondaar tot verandering wordt gebracht. Hierbij wordt de wil niet gedwongen of gebroken; de wil wordt omgebogen naar het willen van God. Dit gebeurt doordat de Heilige Geest ervoor zorgt dat het hart en het verstand voor God open worden gesteld zodat zij God gaan liefhebben. God is volledig vrij om de één wel krachtdadig te roepen en de ander niet. Vermigli kent hierin een synchrone contingentieleer. God is de eerste, primaire Oorzaak, die gebruik maakt van de secundaire oorzaken. God is de Oorzaak van alle bewegingen en gebeurtenissen in de geschapen wereld. Zonder de schepselen te schenden, beweegt, regeert en regelt Hij alles. Door gebeurtenissen als handelingen te verstaan, kan Vermigli stellen dat deze in beweging zijn gezet door God en door middel van de mens. Goede of slechte handelingen worden vervolgens voortgebracht door een goede of slechte wil, zodat de staat van de wil uiteindelijk doorslaggevend is voor een goede of slechte daad. God is hiervan niet de schuldige. Als eerste Oorzaak maakt God gebruik van de wil, zonder dat de menselijke wil zijn eigen verantwoordelijkheid kwijtraakt. De in de wedergeboorte, door Gods Geest, vernieuwde wil, gaat willen wat God wil. Dit willen is echter heel beperkt, omdat de wil in dit leven nog altijd door de zonde verdorven is. Pas wanneer Gods kinderen in Zijn koninkrijk mogen binnengaan, is hun wil volmaakt en zijn zij werkelijk bevrijd van de noodzaak om te zondigen.
        URI
        https://studenttheses.uu.nl/handle/20.500.12932/1607
        Collections
        • Theses
        Utrecht university logo