Kagame Spreekt: het Rwandese discours ter verdediging van de militaire interventies en bezetting van de Kivu provincies in de Democratische Republiek Congo: 1996-2003. Een comparatieve analyse
Summary
Rwanda heeft in de periode 1996-2003 meermaals geïntervenieerd in de naburige Democratische Republiek Congo. De president van Rwanda, Paul Kagame, verdedigt deze acties door te beweren dat de Rwandese Hutu rebellen die zich in de Congolese Kivu provincies bevinden, een substantiële veiligheidsdreiging veroorzaken en zelfs uit zouden zijn op een herhaling van genocide.
Kagame baseert zijn discours op een aantal steeds terugkerende punten, zoals bijvoorbeeld veiligheid en het beeld van Rwanda slachtoffer van de genocide van 1994 en het hierbij horende falen van de internationale gemeenschap, terwijl de context van het conflict in de loop der jaren toch veranderd is. Rwanda wordt bijvoorbeeld beschuldigd van de illegale exploitatie van grondstoffen uit de Kivu regio’s en het plegen van oorlogsmisdaden tegen de aanwezige burgerbevolking.
Zodoende dringt de vraag zich op of veiligheid het (enige) motief is voor interventie of dat er andere zaken spelen. Door het discours van Kagame te vergelijken met het historische feitenkader geeft deze scriptie een beeld weer of Kagame’s discours oprecht is of dat het andere intenties van Rwanda maskeert.